De transitie naar meer burenzorg en burgerparticipatie is in volle gang maar kunnen wij burgers dat wel bijbenen? En is onze woonomgeving daar wel geschikt voor? De mijne in ieder geval wel. En die van jou? Sinds drie jaar wonen wij in een splinternieuw hofje in Arnhem; 36 woningen rondom een gezamenlijke binnentuin, de onderliggende parkeergarage delen we met het naastgelegen appartementengebouw. In deze constructie behoren wij ook tot de verplichte Vereniging van Eigenaren (VvE) om het onderhoud en de instandhouding van onze gezamenlijke eigendommen veilig te stellen. Allemaal netjes geregeld zoals te doen gebruikelijk in een land als Nederland. 

Ons hofje is nog geen drie jaar oud maar al een hechte gemeenschap van zeer uiteenlopende mensen; jong en oud, alleen, samen, gezinnen. Goed en slecht nieuws is snel bekend, zorg en aandacht worden makkelijk geregeld. Daarmee is het hofje een ontwerp wat prima aansluit bij de huidige tijd waarin bewoners weer meer voor elkaar moeten doen en meer zelf moeten organiseren. Je zal denken, dat heb je toch ook in een straat? Maar in ons hofje zijn omstandigheden die het onderlinge contact vereenvoudigen.

De VvE zorgt ervoor dat je vrij snel al veel mensen kent. Je moet immers met elkaar deze vereniging vorm geven. Bovendien heeft ons hofje een gezamenlijke binnentuin met daaromheen een autovrije straat. Een prima speelgelegenheid en loungeplek waardoor buren elkaar heel makkelijk ontmoeten. Burenhulp wordt op deze manier laagdrempelig georganiseerd.
Door de vorm van een hofje hebben we een duidelijke afgebakende groep mensen.  We hebben dan ook een eigen Facebook-pagina die fungeert als lokale Marktplaats, condoleance-register bij overleden huisdieren, vraagbaak over RAL-nummers van de kozijnen, prikbord voor aankondigingen van borrels, barbeques en tuinwerkzaamheden en meldpunt voor verloren en gevonden voorwerpen.

De VvE en de gemeenschappelijke eigendommen zorgen ervoor dat elk talent ingezet wordt om zoveel mogelijk kosten te besparen; onderhoud betalen we immers zelf. Wie niet in de tuin wil of kan werken stapt in het bestuur. Wie handig is met internet beheert de website. Eigen gereedschap wordt ook voor het gezamenlijk beheer ingezet. En langs deze weg is de vraag om zulke hulp ook achter de voordeur in te zetten makkelijk gesteld. 

In wezen gaat het hier om modern naoberschap zoals door Tanja Abbas en Linda Commandeur gedefinieerd: “Modern naoberschap is een nieuw netwerk van mensen, gedeeltelijk gebaseerd op de kernwaarden van het ‘oude’ noaberschap. Binnen dit netwerk wil men elkaar helpen om aangenaam te wonen, te werken en te leven. Nieuwe communicatiemiddelen ondersteunen de verbindingen. Gedeelde verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid, wederzijds vertrouwen, talenteninzet en wederkerigheid zijn de nieuwe ongeschreven regels.’

Als we bij al onze nieuwbouw en herstructurering bovenstaande definitie centraal stellen, komt het helemaal goed met die participatiemaatschappij.