Het is zondag 11 juni rond het middaguur. De Zweedse kunstenaar Peter Ojstersek legt op het water de laatste hand aan zijn Chinampa – een drijvende ecologische Azteken tuin. Plaats van handeling: Zutphen, bij gemaal Helbergen, waar de Berkel de IJssel instroomt. Ik maak een foto van de drijvende koepelvorm vanaf de dijk. Achter mij hoor ik voorbijgangers praten. ‘Wat zijn ze daar aan het doen?’. ‘Oh, dat is leuk hoor, iets met kunst, dat is de IJssel eh de IJssel Benale, of zoiets.’

Ojstersek is dit weekend in het kader van de komende IJsselbiënnale begonnen met het opbouwen van een geodetische koepel in Zutphen. ‘De meest ideale vorm’, vertelt hij. ‘Ruim voordat wij als mensen wisten hoe moleculen zijn opgebouwd had uitvinder, architect, ontwerper en dichter Richard Buckminster Fuller (geboren 1895) deze ideale vorm al ontdekt.’ De fraaie koepelvorm aan de IJssel is nagenoeg af, alleen de deur moet er nog in worden gemaakt. Peter en zijn collega Ron lopen bezweet rond met zaag en schroefboormachine: met 28 graden is het broeierig warm in de koepel, al staan er twee dakraampjes open.

Ojstersek maakt geodetische koepels als zichtbaar commentaar op hoe wij ons als mens verhouden tot techniek, biologische processen en voedsel. Voor Zutphen heeft hij een drijvende tuin gemaakt. De planten die hij in de koepel wil verbouwen zullen zich gaan voeden met IJsselwater. Het geheel is volledig computergestuurd. Via wind- en zonne-energie wordt de koepel in de avond verlicht. Warmtemeters houden de temperatuur in de gaten en zo nodig worden de dakramen geopend. Binnen hangt een webcam, zodat iedereen die maar wil de groei 24 uur per dag kan volgen.

Ik vind het wel heel toepasselijk dat Ojstersek juist in Zutphen zijn IJssel-Chinampa met zelfverbouwd voedsel laat landen. Deze antroposofische stad was altijd al bezig met voedsel. Terwijl voedsel verbouwen en bereiden al lang uit de lesprogramma’s van het middelbare onderwijs is verdwenen, krijgen leerlingen op de Vrije School in Zutphen het nog steeds aangeboden. Zutphen spant ook de kroon als het om het aanbod van biologisch voedsel gaat. Twintig jaar geleden, toen je in de rest van Nederland een biologische winkel nog met een vergrootglas moest zoeken, waren ze in Zutphen al overal te vinden.

Terwijl we staan te praten stappen voorbijgangers van hun fiets af. Ze willen weten wat hij aan het doen is. Ojstersek wijst naar de flat achter hem. ‘Zij zijn mijn grootste publiek,’ zegt hij met een grote glimlach. ‘Vanaf de balkons volgen ze me en dat vind ik wel leuk. En de vissers een eindje verderop zijn ook blij. Gisteravond hebben ze een karper van 16 kilo gevangen. Dankzij mijn Chinampa. Vissen houden van een schuilplek voor de avond en verstoppen zich onder de drijvende tuin'. 

Achter de koepel staan in drie blauwe IKEA tassen wat plantenscheuten. ‘Ze zien er nu belabberd uit’, verzucht Ojstersek, maar dat komt wel goed. ‘Ze gaan vandaag nog de kas in’. Hij laat me een verschrompeld paars knolletje zien. Het lijkt op een aardappel. ‘Dit knolletje is heel bijzonder’, zegt hij, ‘het is feitelijk geen aardappel, maar het smaakt wel als een aardappel en is veel en veel lekkerder. Dit is het gewas waarmee de Azteken zich van oudsher hebben gevoed.’ En ook dat wil Ojstersek: dat we meer nadenken over de oorsprong van voedsel en hoe techniek en biologische processen verweven kunnen worden.

‘Ik ben al een tijdje met dit experiment bezig,’ vertelt hij. ‘Een keer in Zweden heb ik meegemaakt dat een van mijn drijvende koepels was verdwenen. Mijn hart sloeg over toen ik dat ‘s ochtends ontdekte. En dan net bij een expositie waaraan Ai Wei Wei ook zou deelnemen. Het bleek dat schooljongens de touwen waarmee hij vastlag hadden doorgesneden. De kas was stroomafwaarts gedreven en vastgelopen onder een brug. Gelukkig was hij niet beschadigd! Dan blijkt maar weer hoe sterk de constructie is. Ron en ik hebben er touwen aan bevestigd en hem met zijn tweeën weer teruggesleept naar zijn plek.’

Drijvende zelfvoorzienende tuinen. Het prikkelt wel. Daar hebben we hier in het groene oosten nog niet zoveel over nagedacht. Ik ken experimenten in Rotterdam met drijvende tuinen. Maar dat is stad. Maar waarom ook niet hier? Het is anders denken. We hebben natuurlijk voldoende dode IJsselarmen. Ik probeer me het weidse uitzicht van de IJsselvallei voor te stellen waarin we delen reserveren voor de drijvende Chinampa’s van Ojstersek. Het idee bevalt me. Het past hier wel. 

De IJsselbiënnale (14 juni - 24 september 2017 ) is een internationale kunstroute langs de IJssel van Doesburg tot Kampen. Dit is het eerste deel van een serie blogs van de Ruimtemakers Oost Nederland over deze route in de IJsselvallei.