Wijhe, juni 2015. Ik zit op een stenen bank in de Langstraat, voor de kerk. Links van me klinken gezellige geluiden, afkomstig van het terras van café ’t Praothuus. Schuin tegenover me, aan de overkant, ligt boekhandel Schippers. Kleurrijke reclameborden proberen me te verleiden een kraslot te kopen. Achter de winkelruit staan draairekjes met ansichtkaarten. Groeten uit Wijhe, ongetwijfeld.

Lang geleden zat op precies die plek ook al een boekhandel, van Van Dillen. En kon je hier ook ansichtkaarten kopen. 70 jaar geleden namelijk, om precies te zijn op maandag 7 mei 1945, stopte op deze plek in de Langstraat een boerenkar, voortgetrokken door een paard. Vier jonge mannen in blauwe overall stapten af om even te pauzeren. Geen van hen kwam uit Wijhe. Eén kwam uit Zaandam, een ander uit het Limburgse Heijen. De twee laatsten waren minder ver van huis, ze kwamen uit Deventer en Gramsbergen. Ze kochten ansichtkaarten voor thuis. Groeten uit Wijhe, ongetwijfeld.

Ik probeer het me voor te stellen, vanaf het bankje voor de kerk. Een zonnige meidag, twee dagen na de capitulatie van de Duitsers in Nederland. De bevrijding gonsde door het hele land. Opluchting, gelach, rood wit blauw. En mooi weer op de koop toe. Maar ook onduidelijkheid. Een wisseling van de wacht, waarbij niet meteen duidelijk was wie waarover besliste. Hoe dan ook: de sporen van de oorlog moesten worden uitgewist. En dat was waar deze vier mannen die dag mee bezig waren geweest. Ze waren lid van de IJsselcompagnie, onderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten.

Dappere verzetsmensen. Avonturiers. Een zooitje ongeregeld. Wie zal het zeggen? Misschien wel van alles een beetje. Ze waren niet bang om door te pakken, dat gevoel heb ik wel. Misschien voelden ze zich wel onoverwinnelijk, in die prachtige meidagen. Paard en kar hadden ze die dag gevorderd bij een boer. Er werd in de omgeving van Wijhe allerlei wapentuig gevonden. Munitie, springstof, mijnen. De voormalige vloerzeilfabriek in Wijhe was door de Binnenlandse Strijdkrachten in gebruik genomen als hoofdkwartier en wapenkamer. Veel wapentuig werd hier naar toe gebracht en opgeslagen. Ook deze zevende mei had dit viertal een vrachtje opgehaald. 16 landmijnen lagen los achterop de kar. De ontstekingen niet verwijderd.

In gedachten zie ik de mannen opstappen, de kar zet zich weer in beweging. Ook ik stap op en wandel achter ze aan. We passeren de prachtige stellingmolen als we de Molenbelt in lopen. Ik zie de mijnen achterop de kar voor me en wil niet denken aan hoe hobbelig het plaveisel destijds zal zijn geweest. Ik probeer te schatten wanneer de bebouwing langs de straat is ontstaan. Welke huizen de mannen in 1945 ook gezien kunnen hebben. Tevreden stel ik vast dat er nog de nodige overeenkomsten tussen toen en nu moeten zijn. Dat geeft me een prettig gevoel. Omgekeerde nostalgie, zoiets. Wijhe is een mooi dorp.

Even verderop rijdt de kar vanuit de Molenbelt de Enkweg in en slaat dan al snel rechtsaf. Ik zie ze niet meer. Wel is me duidelijk dat het dorpslandschap van nu heel anders is dan in 1945. Ik sta langs de Raalterweg. De bebouwing aan de overkant, waar ik de kar zojuist zag verdwijnen, is zonder enige twijfel naoorlogs. Een groot, log pand. Praktisch, maar inspiratieloos ontworpen. Er zitten meerdere bedrijven in. Een bouwmarkt, een beddenboer. Een ballenbak met gekleurde speelkooien. Het contrast met de goeddeels intacte dorpskern kan bijna niet groter zijn. En hoewel dit soort situaties niet zeldzaam is - stadsvernieuwing heeft ons landschap meer ingrijpend veranderd dan de oorlog - weet ik dat hier iets anders is gebeurd.

Op deze plek stond namelijk de oude vloerzeilfabriek, waar de boerenkar met de vier mannen zojuist, even na vijf uur ’s middags is aangekomen. Wat er vlak daarna precies fout is gegaan heeft niemand kunnen navertellen. Ik probeer me een voorstelling te maken van de verwoestende explosies, toen alle opgeslagen munitie, granaten, springstof en mijnen het fabriekscomplex grotendeels wegvaagden. De vier mannen kwamen om, samen met nog 15 anderen. 19 doden, onder wie 6 kinderen die op dat moment vlakbij aan het spelen waren.

Aan de zijgevel van het saaie bedrijfsgebouw, vlakbij de hoek, is een klein, marmeren gevelplaatje bevestigd. Het verraadt dat er op deze plek iets te herdenken valt. Het fluistert het haast, zo klein als het is. Alsof het de ramp nooit wil vergeten, maar er eigenlijk niet over wil praten. Wijhe vierde de bevrijding pas eind juli.

b2ap3_thumbnail_IMG_7075-1.jpg

Naschrift: meer over de ontploffing van de Wijhese vloerzeilfabriek is hier te lezen.