Van augustus tot september interrailde ik in Duitsland. Interrailen lijkt op tienertoeren, maar dan voor een andere doelgroep. Zo kun je binnen een bepaalde periode een aantal treinreisdagen, bijvoorbeeld  in Duitsland, maken. Ik reisde van west naar oost en vice versa.

En nu zit ik hier en kijk peinzend naar een Baedeker reisgids 'Deutschland Osten, mit grosser Reisekarte'. Eigenlijk durf ik de gids niet open te slaan, want ik weet dat die ongelooflijk goed is. De Duitse deling na WO II  leidde in ieder geval tot het paradoxale resultaat anno nu dat de grens tussen oost en west in Duitsland niet bestaat en gelijkertijd volstrekt duidelijk is. Militair en staatkundig is die grens na de oorlog ontstaan en nu wordt ze slim verpakt in een nieuw merk Deutschland Osten.  En het reisboek is schitterend, tolle Städte und kulturellen Glanzpunkte. In Deutschland Osten. 

b2ap3_thumbnail_osten.jpg

Ik liep in Weimar, geraakt door de historie van dit stadje, het Bauhaus, de Duitse constitutie uit 1919, de rivier de Ilm en niet te vergeten Buchenwald. En ik meende, met nadruk 'meende', typisch voormalig Oostduitse invloeden in deze stad te ontwaren. De stad was opmerkelijk ruw en onaf, zag er perfect niet perfect uit. Anders dan sommige kleinere Westduitse steden die er uit kunnen zien als pittoresk romantische ansichtkaarten. Maar trapte ik in Weimar niet in een sluwe val? Werd aan mij door het merk Deutschland Osten niet al een bepaald Oostduits beeld gesuggereerd respectievelijk opgedrongen? In ieder geval was het mij door de voormalige grens dwars door Duitsland volstrekt duidelijk dat ik mij in ex- oost bevond en kon ik feit, fictie en fantasie over de Oostduitse planologie de vrije loop laten. Zo construeerde ik via deze stereotiepen een beeld over Weimar. Waar of onwaar, doet er niet toe. De beelden ontsprongen zonder twijfel vanaf voormalig Oostduits grondgebied en zijn daar causaal en mentaal door beinvloed.     

b2ap3_thumbnail_lgrens.jpg

Dan Nederland. Tja, die grens tussen west en oost is niet zo duidelijk te trekken. Waarschijnlijk ook de reden dat we ons er druk over maken. Als staatkundige grenzen niet duidelijk oost en west afbakenen, moeten er andere argumenten op tafel worden gelegd. Ik ken ze niet. Als ik vanaf Utrecht oostwaarts reis, wanneer beland ik in Nederland Oost? Is dat bij Veenendaal de Klomp, of begint het oosten al na Maarn respectievelijk Maarsbergen? Kunnen we Stadskanaal tot Oost NL rekenen, of moet het oosten toch echt samenvallen met de provinciegrenzen van Overijssel en Gelderland? Is Heerlen een kenmerkend onderdeel van Oost NL of behoort deze stad tot een geheel andere categorie? Ook de Grote Bos Atlas editie tweeënvijftig helpt niet. Die onderscheidt wel landsdelen in Nederland maar rubriceert ze in noord, midden en zuid.

De ambivalentie over de 'grens' maakt dat het debat over de Randstad in relatie tot andere landsdelen op een diffuse wijze wordt gevoerd. Met genoegen lees ik de blogs van Henk Jense op deze site over kwaliteit en identiteit van Oost NL. Je zou kunnen stellen, een beetje in navolging van Henk, dat Oost NL meer 'Gemeinschaft' kent, burgerzin, naoberschap, lager tempo, mooier ruimer landschap. De Randstad staat dan voor alles wat gejaagd, vluchtig, niet duurzaam en oppervlakkig is. Ik herken de argumenten en beelden, maar geloof niet zo in identiteit. Ik veeg de beelden met graagte van tafel, ik vind 'Gemeinschaft' mooi, pink een traantje weg maar geloof niet dat dit begrip nu het onderscheid tussen landsdelen zoals Oost en West NL kan markeren. Ik neem aan dat in Maarsbergen, of dat nu voor of na de denkbeeldige grens ligt, ook 'Gemeinschaft' bestaat. En omgekeerd, dat in Oost NL ook gebieden zijn waar mensen zich volledig functioneel en beroepsmatig tot elkaar verhouden, 'Gesellschaft'.

b2ap3_thumbnail_S4026847.JPG

Kortom, ik voel me ongemakkelijk bij debatten over landsdelen waarbij identiteit, gemeenschap, trots, naoberschap leidend zijn. Natuurlijk koketteer ik met vermeende karaktertrekken van de Groninger, vind het mooi de beknopte woordenlijst uit de streektaal over te dragen: moi, voor goedemorgen, moi, voor goedemidddag, moi voor goedenavond, en nou moi hè, voor tot ziens. Maar echt serieus neem ik het niet. En evenzo natuurlijk laat ik mij meeslepen door iconen uit het Hoge Noorden, zoals de FC Groningen en ...de FC Groningen. Ik denk dat identificatie eerder wordt opgebouwd rondom herkenbare iconen uit landsdelen dan rondom abstracte noties als naoberschap, landschap, tempo van leven.

En daarom, Henk, denk ik dat de Randstad gewoon bestaat en belangrijk voor Oost NL is. Dat de Randstad niet dramatisch verschilt van Oost NL, waar dat ook moge liggen. En dat het vervolgens verstandig is hoge dichtheden in steden te benutten om elders open ruimte te behouden. Met evenveel recht zou je kunnen stellen dat de bereidheid van de randstedeling om in hoge dichtheden te wonen, het de regio's oost, noord en zuid mogelijk maakt een iets ruimer jasje aan te trekken voor een goedkopere prijs. Kortom, ik prijs me gelukkig met een agressief groeiende en zich ontwikkelende Randstad en wat mij betreft mag die qua inwonertal verdubbelen of verdrievoudigen. Van belang is de contramal, in de vorm van open ruimte elders. Dat heeft niets met identiteit te maken.