Het programma Zomergasten met in de hoofdrol Adriaan Geuze herinner ik me nog goed.
De kern van zijn betoog, dat nog steeds na blijft ijlen, gaat over de juridificering van de maatschappij. Veel professionals die mooie en goede ideeën verder proberen te brengen, zijn genoodzaakt zich te verdiepen in een ingewikkelde web van regels en systemen, waar de ideeën ‘doorheen geloodst’ moeten worden.

Er is natuurlijk niets mis met goede regels en systemen. Het zijn immers ‘afspraken’ in onze maatschappij die onze goede doelen dienen. Het bestemmingsplan dat onze belangen beschermt is bijvoorbeeld een groot goed. Regels staan als het goed is ten dienste van onze belangen. Helaas worden regels en systemen (de middelen) soms een doel op zich. Alsof er kramp op is komen te staan. En dan gaat het mis.  

Dit fenomeen zie je bijvoorbeeld bij overheden die zich niet meer op hun kerntaken richten, maar op de middelen om doelen te bereiken. In gemeentehuizen hoor ik regelmatig de termen ‘lean’,  ‘efficiency’, ‘bottom-up’ of andere hippe termen waar je goede sier mee kan maken. Maar wat ik mis zijn de geluiden over het scheppen van een mooiere (of liever: beter functionerende wereld). Het nadenken over waar het in de kern naar toe moet. In wat voor wereld willen we eigenlijk leven? En hoe ziet dat er uit?

Zijn we met z’n allen stuurloos en verstrikt in regels geraakt? Komt het ooit nog goed? En is Oost Nederland daarin anders? We herkennen bijna allemaal bovenstaande wel. Er zijn zelfs pogingen gedaan door de overheid om het regenwoud aan regels te verkleinen. Maar wat gebeurde er? Het werd alleen maar erger. Het vergunningvrije bouwen vind ik daar een heel duidelijk voorbeeld van. Den Haag kwam met regelgeving die zo complex is geworden dat de gemiddelde vergunningverlener bij gemeenten er veel moeite mee heeft, deze regels goed toe te passen. 

De verlangde individuele vrijheid die door vergunningvrij bouwen vergroot, heeft helaas ook tot gevolg dat de buren hun terrein tot een ‘ongeluk’ kunnen maken. Enkele voorbeelden:

Met vergunningvrij bouwen mogen we bijvoorbeeld panden genadeloos dichtzetten met rollluiken. Arme Jane Jacobs, pleitbezorgster van het begrip ‘ogen op de straat'. Zij zag goed in wat nodig is in een straat om er een sociaal en prettige gevoel te creëren. En we mogen ook een schimmel van vele aan- en bijgebouwen plaatsen. De vrije plaatsing van zonnepanelen zijn ook niet altijd een aanwinst. Die hoeven blijkbaar niet meer op een esthetisch fraaie manier geplaatst te worden. Het oog wil ook wat toch?

b2ap3_thumbnail_niet-esthetisch-geplaatste-zonnepanelen.jpg

Mijn vader (die op de Noord-Veluwe werkte) vertelde thuis wel eens dat hij (het niet bestaande) “artikel 5” had toegepast. Bijvoorbeeld om oude ouders op een erf bij hun kinderen te kunnen laten wonen (en dat ging in tegen de regels). Bij het toepassen van artikel 5 sperde hij de hand voor het gezicht, zodat hij zogenaamd niet goed kon zien wat hij in zijn werk mogelijk maakte. Het ging deze gemeente om een oplossing voor deze mensen en niet om het koud toepassen van regels. Ik wil er overigens niet voor pleiten om met zijn allen de regels faliekant links te laten liggen. Een houding als die bij de gemeente Hardenberg van soepel ‘opereren’ met regels kan ook een oplossing zijn. Ik trof daar een zeer klantvriendelijke houding naar ondernemers die zich mogelijk wilden vestigen in gebieden waar de regels nog wat ‘omgebouwd’ moesten worden. 

Ik ben wel benieuwd of we in Oost Nederland de regels soepeler naar onze hand weten te zetten? Is het een kwestie van cultuur? Zijn we in Oost Nederland sowieso al minder van ‘regels en voorschriften’? Het is in elk geval de kunst om de samenhangen te blijven zien en niet telkens een hip doel of set regels na te jagen. Laten we ondanks ‘kokerviews’ die altijd op de loer liggen er voor blijven waken om de grotere samenhangen te blijven bezien? Laten we altijd meerdere brillen blijven opzetten; meerdere lagen betrekken in ons werk, zodat we de dingen in hun ‘heelheid’ blijven zien. 



b2ap3_thumbnail_lagenbenadering.gif


Maar het zou mooi zijn wanneer Oost Nederland de Jane Jacobs in zichzelf weet te vinden. Het zou goed zijn (weer) meer aandacht te hebben voor het bedenken van betekenisvolle koersen in ons werken aan de maatschappij. Het is hard nodig om ons vaker af te vragen ‘waar we het voor doen’. Brengen we de wereld werkelijk in de richting die we wensen? Of zijn we verdoofde systeemboekhouders geworden? Laten we niet bang zijn ons gevoel te laten spreken, de diepere verbanden te bekijken en op zoek te gaan naar een echte oplossing in plaats van het systeemboekhouden. Net als Jane Jacobs.