Wekelijks rij ik één keer retour vanuit Nijmegen richting Utrecht. Het kost me minder dan een minuut om de Waal te kruisen met de trein. Omgerekend kost mijn overtocht €0.2 eurocent. De sprong over de Waal kostte de gemeente Nijmegen aanzienlijk meer tijd en geld. Nijmegen investeerde tot nu toe € 850 miljoen in de Waalsprong en is vanaf 1997 serieus bezig de oversteek te maken.

Exemplarisch voor de gebiedsontwikkeling grote stijl die in de versukkeling raakte?  In een lezenswaardig en behartenswaardig rapport schetsen Van der Krabben en De Feijter de slag om de Waalsprong.  Ook hier blijkt wederom dat de grootse en meeslepende gebiedsontwikkeling gemeenten en bouwers boven het hoofd kan groeien. Er bestaat in de situatie van de gemeente Nijmegen nauwelijks een andere remedie dan lijdzaam afwachten hoe de huizenprijzen, en daarvan afgeleid, de grondprijzen zich ontwikkelen.  

b2ap3_thumbnail_waal13.jpg

Per jaar betaalt de gemeente €13.4 miljoen aan rentekosten, dat is per dag € 37.000,-. Dat is nogal wat en komt  uiteindelijk ook via de algemene begroting ten laste van de inwoners van Nijmegen. Nou gaat het niet specifiek om Nijmegen. De Waalsprong  is in Oost NL een voor de hand liggend voorbeeld. Meer is aan de orde of gebiedsontwikkeling in de toekomst anders moet plaatsvinden. Ja, ik zie menigeen knikken, organische gebiedsontwikkeling, kleine stapjes, verspreide risico's, geen blauwdrukplanning, initiatieven van onderop. Allemaal waar! Gaaaap! 

Sinds ik Bradley Garrett over de ondergrond van Londen heb gelezen en vooral bekeken, heb ik een buitengewone fascinatie voor diepere lagen. Wat is nu de rol van planning, place making in ons mooie Oost NL? Hebben projecten als de Waalsprong de planners volledig in diskrediet gebracht? Mijn diepste wens zou zijn dat planning waarde toevoegt aan plaatsen zodat mensen daar kunnen werken, wonen, ontspannen, investeren. Het is ook precies die kwaliteit die de vorig jaar overleden eminence grise onder de planologen, Sir Peter Hall, prijst in de NL ruimtelijke ordening. De publieke zaak moet door planologen beter behartigd worden, zo stelt hij in een mooi essay ' The Strange Death of British Planning' . ' We need more, not less, planning' , voegt hij eraan toe. Ongemakkelijke boodschap in dit tijdsgewricht waarin planning al snel riekt naar bemoeienis, bureaucratie.

b2ap3_thumbnail_waal2.jpg

Toch valt wel grofweg vast te stellen waar de toegevoegde waarde van planning in zou kunnen schuilen.  De Waalsprong ging vooral over marktregulatie (bestemmingsplan, ontwerp richtlijnen) en stimuleren van de markt (grondaankoop, publiek private samenwerking). De publieke winst inclusief waardecreatie  zit wellicht veeleer in, zoals Adams en Watkins dat in een baanbrekend essay  uit 2014 uitdrukken, place shaping en afgeleid daarvan market shaping. Misschien moeten we planning als term wel vervangen door shaping places. Met shaping places, hoe vertaal je dat in mooi NL?, verschaf je een plek een context voor ontwikkeling door private partijen. Sir Peter Hall was ook van mening dat overheden de uitvoering geheel moesten overlaten aan particulieren.

Leiderschap in place shaping , ik gooi het er toch maar ongegeneerd uit, vormt een belangrijke taak voor de overheid. Vooral de gemeente heeft een speciale verantwoordelijkheid in het scheppen van plaatsen die er toe doen. Dat kan niet worden overgelaten aan particulieren, of dat nu burgers of projectontwikkelaars zijn.  En hoppaa, die kan er ook nog wel bij, misschien hinderen de financiële belangen, zoals bij de Waalsprong,  gemeenten wel in het stellen van de juiste en gerechtvaardigde eisen aan place shaping. Nijmegen zou zich eigenlijk los moeten voelen van financiële zorgen en exclusief op inhoudelijke waarden moeten sturen. Uiteindelijk denk ik, maar dit is een boude stelling, hypothese, laat op de avond, zijn we gebaat bij het ontvlechten van publieke en private belangen. Laat de gemeente doen waar ze goed in behoort te zijn. Het veiligstellen van die aspecten die bijdragen aan place shaping, kwaliteiten die waarde toevoegen aan een plek.

b2ap3_thumbnail_waal11.jpg

Dat rapport van Van der Krabben en De Feijter over de Waalsprong loopt  braafjes uit op wat zachte conclusies. Mij dunkt dat het allemaal steviger mag. De gemeente moet zich niet als private partij op de grondmarkt bewegen. Ze moet geen slapeloze nachten krijgen van grondposities, ze moet zich richten op het creëren van waarde bij een plek en ze kan zonder grondbezit een decor schetsen voor de toekomstige ontwikkeling. Geen malligheid verder met overheden die marktpartijtje willen spelen. Kortom, geen malle charges in de smalle marges van de gebiedsontwikkeling!