Deze zomer kwam een update langs van BOEI omdat een project opgeleverd is, waarbij industrieel erfgoed behouden is. Dit keer de Bunswaard, een voormalige fabriek voor bakstenen in Beuningen. Aanleiding om een vergelijkend ‘onderzoek’ te doen tussen twee verschillende steenfabrieken, vanuit de vraag van wie het erfgoed is. De Bunswaard in Gelderland versus de Werklust in Losser, Overijssel. Beiden zijn rijksmonument. Maar wat bezitten we als het monument haar functie verloren heeft?
Tot voor kort was dit duidelijk: ‘de staat’ of ‘de gemeente’ bewaarde het karakter van deze vertegenwoordigers van onze geschiedenis. Er was dus iemand die verantwoordelijk was voor behoud en restauraties van ons erfgoed. Met een terugtredende Rijksoverheid, wordt dit lastiger. Monumenten worden voor een symbolisch bedrag overgedaan aan een gemeente waar het monument zich bevindt. Gemeentes met krappere budgetten maken keuzes. Dichter bij de burger, maar zonder de financiële middelen van het Rijk. Voor een organisatie als BOEI uitdagende tijden.
In Beuningen heeft BOEI gekozen voor een oplossing waarbij er op de ringoven woningen gebouwd zijn. Het resultaat mag er zijn en voor een half miljoen ben je samen met zeven anderen, eigenaar van 5000 m2 grond met privé strandje onder de rook van Nijmegen. De ringoven is zo bewaard gebleven. Maar het is van de nieuwe bewoners afhankelijk of het ook toegankelijk zal zijn. Of terwijl… wordt ons erfgoed nu van niemand?
In Losser staat een andere steenfabriek. Wat deze uniek maakt, is dat ze nagenoeg compleet is én dat ze niet aan een rivier ligt. Hier werden tot voor kort stenen gebakken van keileem. Vandaar een compleet en authentiek complex. Zelfs het treintje waarmee de klei vervoerd werd vanuit de kleiput rijdt nog, alleen zitten er nu geïnteresseerde bezoekers in. Betrokken gidsen uit de lokale gemeenschap vertellen over ‘ballenknijpers’ en andere zaken uit het productieproces, waardoor het erfgoed voor de leek betekenis krijgt. Een mooi voorbeeld waarbij ons erfgoed van iedereen is.
Waar Beuningen de lokale gemeenschap straks niet meer te bieden heeft dan een hoge schoorsteen op afstand, vormt de steenfabriek bij binnenkomst van Losser een onlosmakelijk beeldmerk. Er is betrokkenheid vanuit de gemeenschap; gidsen die het verhaal van mensen kunnen vertellen. Nu nog toegankelijk voor elke recreant of toerist uit heel Nederland en daarbuiten.
Inderdaad ‘nog’. Tot nu toe is de gemeente eigenaar en voert een stichting van vrijwilligers het dagelijks beheer uit. Maar een gemeente die onder druk van rijksbeleid moet bezuinigen, zal keuzes maken. Het geluid is dat BOEI hier een klus mag oppakken om het erfgoed een nieuwe rendabele functie te geven.
Geen sinecure, want mensen zijn gewend het terrein te mogen bezoeken voor een kleine bijdrage. Plaatselijke ondernemers pikken een graantje mee als het complex verhuurd wordt voor bijzondere feestelijkheden, maar niemand is gewend om te betalen aan iets dat voor iedereen is.
Het bekende rijmpje van iemand, niemand en iedereen… Als iedereen (in de vorm van een overheid) het niet meer kan betalen is er iemand nodig die zich werkelijk eigenaar wil maken. Het zal dus veranderen. Nu het vuur voor de bakstenen gedoofd is, is er een nieuwe functie nodig als we willen voorkomen dat dit erfgoed vervalt tot een stapel zielloze stenen.
Het mooiste zou het zijn als de particuliere ontwikkelingen kunnen samengaan met behoud van de toegankelijkheid voor een breed publiek. Dan blijven deze Rijksmonumenten toch een beetje voor iedereen…